In de fase die volgt na de figuratieve schilderperiode maakt Jonkers veel reliëfs. Het werk blijkt een onmisbare schakel tussen de schilderijen en de bouwwerken van later. Op panelen plakt en metselt hij stukken schors, schelpen, stenen en mosaieksteentjes.

Ook in wandkleden neemt hij stenen en schelpen op.

De abstracte periode sluit aan bij zijn kettingen van zelfgemaakte kralen en bedrukte stoffen met natuurlijke patronen. Hij verkoopt de met sjablonen en mallen gemaakte producten vanuit zijn woonhuis/atelier in de Schalkwijkstraat.

Voor de WA hoeve in Den Dolder maakt hij in 1968 in opdracht grote reliëfs. In 1993 komen ze weer in het nieuws als ze onder de slopershamer dreigen te verdwijnen. De vernieling gaat niet door.

De periode wordt afgesloten met een grote opdracht in 1974. In de tuin van verzorgingshuis het SABU-huis in Utrecht, bouwt Jonkers een zithoek voor de bejaarden. Hieronder een detail, zie ook "Tuinobjecten".