Inleiding

| Inleiding | Bertus Jonkers | Werk | Teksten |
| Levensbeschrijving | Artikelen | Publicaties |

Jonkers in tuin Lagenoord, UtrechtIn de tuin aan de Lagenoord

Bernardus Jonkers, zoon van loodgieter Bertus Jonkers en Petronella van Engelen. Achtste kind in een rij van elf. Geboren 20 maart 1920 in de Zonstraat, een dag voor de lente zoals hij zijn geboortedatum vaak omschrijft.

Hij wordt Bart genoemd. Een Utrechts volksjochie dat speelt bij de Minstroom. Tot zijn negende jaar, wanneer de hele familie verhuist naar nieuwbouw in Tolsteeg, de Jan van Arkelstraat.
Bertus loopt zondags naar de kerk en gaat naar de parochieschool. Op de lagere school gaat het niet best. Hij toont zich geen goede leerling en maakt de school niet af.
Hij gaat overdag werken en 's avonds naar de avondvakschool om huisschilder te worden. Schilder lijkt het meest op kunstschilder, de passie die hij inmiddels heeft opgepakt. Een leraar op de school zorgt dat hij wat tekenlessen krijgt.

Zijn schildersbazen kunnen niet veel met hem aan en sturen hem steeds weer weg. Bart is bang op de ladder en dat is lastig voor een schilder. In de oorlog moet hij voor de Arbeitseinsatz werken in Berlijn. Als de Russen Berlijn binnentrekken gaat Bertus met een aantal lotgenoten richtig Nederland. Hij zwerft wat rond in Limburg en gaat weer naar zijn ouderlijk huis waaruit inmiddels al veel kinderen vertrokken zijn.

Hij schildert, in zijn vrije tijd en in de perioden tussen zijn huisschildersbanen. Opnieuw gaat hij naar Limburg. Hij voorziet in zijn levensonderhoud door schildersklusjes te doen. En neemt lessen aan de kunstnijverheidsschool in Maastricht. Na een aantal jaren keert hij weer naar Utrecht en zijn ouderlijk huis terug, hij is dan al een jaar of dertig. Zijn kunstschildersideaal heeft vaste vormen aangenomen en hij neemt les bij de kunstopleiding Artibus.
Zijn atelierwoningen in Utrecht zijn sloopwoningen. Eerst aan het Achterom, dan in de Schalkwijkstraat.

Jonkers schildert als Van Gogh, bewondert de gedrevenheid van de meester en bestudeert zijn schilderijen en tekeningen. Hij gaat een aantal keer naar Frankrijk. Zijn schilderijen van landschappen en stillevens hebben succes.
De verf smeert hij steeds dikker tot struktuurschilderijen. Het figuratieve beeld verdwijnt langzaam in abstrakt. Uniek beschilderde stoffen verkopen goed. Evenals kralenkettingen van zelfgebakken kralen.

Begin jaren zestig ontdekt hij yoga, hij gaat aan hathayoga doen. Het helpt hem om zijn inmiddels gebochelde statuur los te krijgen en het breng structuur in zijn leven. De filosofie van de yoga omarmt hij met fanatisme. Hij gaat naar bijeenkomsten in binnen- en buitenland, leest stapels boeken en oefent.

Zijn beeldende werk is nu hoofdzakelijk abstrakt. Aan de Lek bij Vianen maakt hij nog wel een aantal figuratieve aquarellen van de schepen in de zandgaten en van de kribben en het water. Je proeft er het plezier van het schilderen aan af en je ziet er de hand van Van Gogh in terug.

De relatie met zijn ruim twintig jaar jongere vrouw is problematisch. Ze trouwen in 1972, maar krap twee jaar later volgt de scheiding. Na enige verhuizingen woont en werkt de kunstenaar op de Lagenoort 9. Hij krijgt het grote herenhuis omdat het gesloopt zal worden. Dat gebeurt gelukkig niet, het staat er nog steeds en Jonkers woont er 20 jaar tot 1994.

De eigen huishouding die Bertus voert komt erop neer dat hij de boel de boel laat. Binnen niet al te lange tijd hangen de stofslierten van het plafond naar beneden, zijn de kasten leeg en slingert zijn schaarse garderobe over zijn stoel en op het bed. Hij woont en werkt in één kamer in het grote herenhuis. Eten doet hij één keer per dag, 's avonds, in een restaurant.

Zijn gezondheid legt hem een aantal beperkingen op. De rek is uit zijn longen. En dat uit zich in benauwdheid. De sigaretten eisen hun tol. Zijn wandelingen door de stad worden steeds moeizamer. De ziekte van Gilles de la Tourette doet hem op onverwachte momenten een kreet slaken, of er gaat een schok door zijn lijf. Of beide tegelijk.

Accepteren blijkt de beste manier om met het leven om te gaan. Ook in de kunst wordt accepteren en het leven laten gebeuren zijn credo.

Bouwen met uitzetten en inkrimpen als maat. Bouwen/leven alsof het vanzelf gaat. Hij gaat miniatuurhuisjes maken. Koffertjes, boten en bootjes, piramides, flatgebouwen. Als je het bij elkaar zet wordt het een stad van losse elementen die zich in een spel laat rangschikken. Iedere opstelling van zijn bouwwerken maakt een andere stad.

Het Centraal Museum koopt de Stad van Overgave en laat Bertus de stad opstellen in een stijlkamer. Jarenlang gaat hij bijna dagelijks naar het Centraal Museum en neemt ­ in zijn zelfgemaakte stoel en nu museumstuk ­ plaats bij de stad, of werkt in de tuin aan kortstondige kunstprojecten.

In verzorgingshuis Bartholomeus Gasthuis woont Bertus de laatste zeven jaar van zijn leven. Hij gaat gewoon door met werken in zijn kleine kamer, Er ontstaat nog menig bouwwerk en hij maakt vele boekjes met herinneringen en poëtische teksten.

Bertus Jonkers sterft in het verzorgingshuis op 7 maart 2001.

Jonkers in kamer Barholomeus gasthuis In zijn kamer in het Bartholomeus gasthuis

©